zondag 28 september 2025

De Lofoten, deel 2



















De drie-en-een-half uur varen van Bodø naar Moskenes zullen ons nog lang heugen.
Bij vertrek, rond het middaguur, was het nog zonnig en slechts deels bewolkt, met weinig wind. De eerste mijlen voer de veerboot nog in de beschutting van de eilanden die tussen Bodø en het open water van de Vestfjorden liggen.
Maar een dag voor mijn aankomst had er nogal wat wind gestaan in het gebied, en toen we min meer op open zee kwamen, bleek er nog een flinke deining te lopen; een overblijfsel van de wind van de dag ervoor. Van lieverlee trok de wind ook nog wat aan en verschenen er kleine witte kopjes op het water. Het schip begon te rollen en te stampen.
Anderhalf uur later had mijn vrouw haar maaginhoud in een beschikbare zak gedeponeerd. Ze was, al kijkend naar de horizon, tóch zeeziek geworden. Mijn eigen maag voelde ook niet helemaal koosjer, maar ik wist mijn ontbijt, en de boterhammen die ik op het schip nog had genuttigd, tot de aankomst in Moskenes binnen te houden. Slechts een paar boertjes borrelden op, ten teken dat de maag niet helemaal in z'n normale doen was, maar daar bleef het bij. Eenmaal aan wal knapten we snel op.

Op de Lofoten was het inmiddels herfst geworden. Moskenes vertoonde zich pas een half uurtje voor aankomst onder een dik wolkendek, waaruit regen leek te vallen, en waarin de omringende bergtoppen waren verdwenen.





































Vanaf dat moment hadden we, zoals het KNMI dat noemt, licht wisselvallig weer. De volgende dag, toen we het eerder genoemd Stokvismuseum bezochten viel er nog de nodige regen. De dagen erna kenmerkten zich door een afwisseling van zon en wolken, met zo nu en dan een buitje. De regen duurde nooit lang en er waren momenten dat de luchttemperatuur de 20 graden naderde.
Eigenlijk denk ik dat we misschien wel het meest optimale weer hadden om de Lofoten in hun volle schoonheid te ervaren. Het steeds wisselende licht en het feit dat het zicht, dat ondanks de incidentele buien in de opklaringen tientallen kilometers bedroeg, toonden het land- een zeeschap in z'n volle majesteit.



















Wel concludeerde ik na een paar dagen dat we qua vogelleven weer 's net in de verkeerde tijd ter plekke waren. Het grootste deel van de broedvogels was alweer vertrokken richting het zuiden. Afgezien van duizenden witte kwikstaarten en vele Bonte Kraaien,  bleef het bij een enkele Kleine Jager een paar Zeearenden, één Smelleken (een kleine valk) en eenmaal weer op de hoogvlakte in centraal Noorwegen bij een paar Tapuiten en diverse Kraanvogels. Over die laatsten later meer.




















De Lofoten liggen ongeveer 200 km. boven de poolcirkel, maar buiten het feit dat er weinig loofbomen zijn van meer dan 10 meter hoog, merk je daar in augustus weinig van. Ook 's winters lijkt het erg mee te vallen voor wat betreft de gemiddelde temperatuur. Dat komt omdat de eilanden het staartje van de warme golfstroom meepakken. Het zeewater in de Vestfjorden bevriest nooit en Narvik, aan het eind van die fjord is ook in de winter een ijsvrije zeehaven.
In de weken voor onze aankomst in Moskenes had de middagtemperatuur zelfs een tijdje rond de 25 graden gelegen.

Moskenes heeft de drukste camping die we op de Lofoten zijn tegengekomen. Dat komt vooral door het feit dat er een veerboot er aanlegt en het voor veel bezoekers het begin- of eindpunt van hun reis over de eilanden is.
Eén en ander levert ook merkwaardige contrasten op. Wat het meest in het oog springt zijn de grote hoeveelheden, vaak gehuurde, campers. Meestal forse apparaten, met alle luxe aan boord. Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook veel sportievelingen, die wandelend en fietsend, en overnachtend in piepkleine tentjes de eilanden verkennen. Tussen die twee uitersten zit bijna niks. Wat grotere tenten of auto's die een vouwwagen of een caravan trekken zie je bijna niet.

Reine, dat in alle gidsen wordt genoemd als het landschappelijke hoogtepunt van de Lofoten, is als gevolg van dat laatste al min of meer een tourist trap geworden. De ligging is inderdaad fabuleus; een baai, meer een kom eigenlijk, aan één kant omgeven door steile hoge bergtoppen en aan de andere kant door een keten van lage, met bruggen verbonden eilanden. Daardoor was ook de drukste plek die wij op onze reis tegenkwamen.
Want dàt merkten we ook op; de Lofoten, waarvan wij voor vertrek dachten dat het een nog tamelijk obscure uithoek van Noorwegen was, zijn in werkelijkheid al een tijdje één van de drukste toeristische trekpleisters van het land.

Het goede nieuws is gelukkig dat de drukte, behalve in Reine, nog niet hinderlijk is. Op veel plekken is nog rust en ruimte in overvloed. 
Hier daar zijn ook goede gelegenheden tot wildkamperen. Langs de niet al te drukke wegen zijn vaak al dan niet officiële parkeerplaatsen waar je mag overnachten. Soms met een fabuleus uitzicht, waar geen camping aan kan tippen. 



































De speciaal voor campers bedoelde parkeerplaatsen, die expliciet als zodanig worden aangegeven, hebben we meestal vermeden. In Reine troffen we er één, die niks meer was dan een met steenslag verhard terrein zonder enige faciliteit, zoals een toilet of een watertappunt, maar waar men toch 250 Noorse Kronen (ongeveer 24 euro) wenste te innen voor één nachtje staan. Voor dat doel was een brievenbus opgehangen waar je je geld in kon deponeren. 
Een dergelijke combinatie van graai- en gemakszucht ging ons te ver. We hebben er wèl geslapen maar niet betaald.

Laat ik, na het voorgaande, dan maar meteen de rest van de nitty gritty over u uitstorten. Dan hebben we dat gehad.
Al in mijn stukje over onze Noorwegen-reis van 2022 schreef ik over mijn indruk dat de Noren door hun welvaart een tikkeltje verwend zijn en het net lijkt alsof ze eigenlijk niet zo op (buitenlandse) toeristen zitten te wachten. 
Hoewel we op deze reis meer Noren tegenkwamen die het predikaat 'aardig in de omgang' verdienen dan de vorige keer, stuitten we ook nu weer op de ambivalente verhouding tussen de Noor en het toerisme in Noorwegen. 
Soms lijkt het erop dat de Noren wèl graag je geld willen, maar daar tegelijkertijd zo min mogelijk voor willen doen. De parkeerplaats in Reine spreekt voor zich. 
In Kabelvåg, één van de grotere stadjes op de Lofoten, bestelden we, in een weliswaar sfeervol koffiehuis, aan de toonbank koffie met een gebakje. Waarbij we, nog voor we koffie of taart hadden, een pinapparaat voorgezet kregen, dat de optie bood om respectievelijk 5, 10 of 20 procent fooi bij de prijs van het bestelde op te tellen. We vonden dat een dusdanige omkering van zaken dat onze hakken meteen in het zand gingen. Die fooi is er niet gekomen, hoewel het gebakje achteraf best lekker bleek, en de koffie drinkbaar, maar slap.
De kwaliteit van de campings loopt uiteen. 
Vaak is alles er wel (wc, douches en ook vaak een verwarmde keuken waar je zelf kunt koken; een specifiek Noorse verworvenheid), maar zijn die faciliteiten slecht onderhouden. Er is nog wel 's wat kapot en vaak werken er dingen niet. Desondanks kost een nachtje op een camping voor een minimaal campertje als de onze toch vaak 400 NKr. of meer.

Dat het ondanks toch één van onze mooiste reizen werd, is grotendeels op het conto van het Noorse landschap te schrijven. 
Nabij Fredvang vonden we een camping aan een strand, waar de omgeving, in combinatie met het goede weer van die dag, eerder aan de Stille Zuidzee deed denken dan aan het noorden van Noorwegen. Een door bergen omzoomde baai met een azuurblauwe zee, waar niets er op wees dat er achter de noordelijke horizon niks anders meer lag dan Spitsbergen en de Noordpool.




































We zijn nog één dag op de Vesterålen geweest, een eilandengroep die net te noorden van de Lofoten ligt. Het zuidelijke deel daarvan is merkwaardig genoeg groener, gecultiveerder en minder ruig dan de Lofoten, misschien door de wat meer beschutte ligging.
De volgende dag sloeg het weer om en hebben we regendagen benut om weer een flink eind naar het zuiden te komen. We staken bij Lødingen over naar het vasteland en reden over de E6 (de Noordkaap-route) in een paar dagen, met onder andere een stop bij het Artic Circle Center, naar de hoogvlakte van Døvrefjell, waar we een dag of vier zijn gebleven.

Over Døvrefjell leest u in een volgend verslag.


zondag 21 september 2025

Het politieke landschap wordt een slagveld



















U zag het al aan de titel; dit wordt weer een politiek stukje. 
Kan ook bijna niet anders, met verkiezingen die nog maar iets meer dan een maand in de toekomst liggen en het algemeen gevoelde grote belang van die verkiezingen. 
De directe aanleiding was een opmerking van de hoofdredacteur van Vrij Nederland, die ik gisteren in de Volkskrant las.
Sander Heijne, want zo heet die hoofdredacteur, stelde het volgende: "We leven ook in een tijd waarin links-rechts niet meer de belangrijkste tegenstelling is in het politieke debat. We kunnen de partijen nu ook verdelen langs de as van democratisch en anti-democratisch".
Het laatste lijkt mij zonder meer een feit. Op de mening dat die onderverdeling daarmee ook belangrijker is dan het onderscheid links-rechts valt nog wel wat af te dingen, denk ik. Kenmerkend is namelijk wèl dat Heijne vervolgens PVV en Forum voor Democratie ondemocratisch noemt en BBB, JA21 en de VVD bestempelt als partijen, die als het hen zo uitkomt, ook wel 's ondemocratische praatjes verkopen. Daarmee heeft ie wel zo'n beetje alle serieus rechtse partijen genoemd.
 
Nu zijn er ter linkerzijde ook wel wat clubs waarvan je het democratische gehalte kunt betwijfelen. De SP, bijvoorbeeld, lijkt zijn Maoïstische verleden nog steeds niet helemaal te zijn ontgroeid. Maar verder kan ik aan de linkerkant van het politieke spectrum geen partij of andere organisatie noemen die wel eens twijfels oproept over haar houding tegenover de democratie.

Wat zou dus de conclusie kunnen zijn? 
Naar mijn idee dat de meest serieuze bedreiging voor de democratie inmiddels toch van rechts komt. Sander Heijne kan wel net doen alsof hij een nieuwe scheidslijn heeft ontdekt, die afwijkt van de traditionele links-rechts tegenstelling, maar in werkelijkheid is er, zeker sinds het communisme in de Nederlandse en zelfs in de internationale politiek geen factor van betekenis meer is, niks nieuws onder zon. Anti-democratisch is zo'n beetje synoniem met extreem rechts. 

Toen ik begon te schrijven aan dit stukje was op het Malieveld in Den Haag nèt de demonstratie begonnen die Els Rechts had georganiseerd tegen massa-immigratie in het bijzonder en alles wat links, woke en afwijkend is in het algemeen. Dit overigens zonder dat ik daarvan op de hoogte was. Pas gisterenavond, toen ik de bovenstaande regels al had geschreven, kwam het nieuws over Els, haar demonstratie en hoe die was geëindigd, tot mij.
Ik had eerlijk gezegd nog nooit van Els Rechts gehoord, maar wie haar website bezoekt, komt erachter dat Els een soort christelijke uitvoering is van andere extreem rechtse dames als Eva Vlaardingerbroek en Raïsa Blommensteijn. 
Ze was erin geslaagd om onder haar volgers enkele tienduizenden Euro's bij elkaar te scharrelen, waarmee ze de demonstratie had georganiseerd. Want de mensen die een podium met geluidsinstallatie voor je bouwen doen dat natuurlijk niet gratis.
 
Zo stond Els, die op dat moment eigenlijk niet veel meer vertegenwoordigde dan zichzelf, heel vredelievend op het Malieveld haar mening uit te dragen. Ik heb er wat video's van gezien en behalve veel Nederlandse vlaggen, een enkele oranje-blanje-bleu vlag (eertijds de vlag van de NSB) en een paar van BV-NL, de partij van meester-opportunist  Wybren van Haga, die er ook het woord voerde, waren er niet er niet veel uitingen van andere extreem rechtse partijen te zien. Geen vlaggen of andere reclame voor de PVV of FvD, bijvoorbeeld. Hoewel Geert Wilders de grote held van Els is en zij ook op de PVV zegt te stemmen.
Wel waren er wat christelijke uitingen, zoals mensen die met een geheven kruis rondliepen.

Vervolgens werd het hele gebeuren overgenomen door een legertje extreem rechtse relschoppers van clubjes als White Power Scheveningen en Netherlands Freedom Fighters, die de omgeving in een slagveld veranderen, twee politieauto's in brand staken en, na het ingooien van de ruiten, een poging deden het partijkantoor van D'66 in brand te steken.
Els was in tranen; dit was natuurlijk helemaal nooit de bedoeling geweest! 

Ik ben ervan overtuigd dat het geen krokodillentranen waren. 
Els is nog maar 26 jaar oud en heeft nog niet helemaal door wie er allemaal op een manifestatie als de hare afkomen. Els denkt dat zij christelijke waarden en extreem-rechts gedachtengoed, zoals geloof in de islamisering van Nederland, kan combineren. 
Bij alle christelijke waarden die Els zegt te verdedigen, kun je jezelf afvragen of zij daar niet een beetje selectief mee omgaat. 
Ik heb zelf ongeveer 12 jaar op christelijke scholen gezeten en hoewel ik inmiddels niet meer geloof in een hemel of een hel, onderschrijf ik in grote lijnen nog steeds de waarden die naar voren komen uit het Nieuwe Testament. 
Jezus brak een lans voor het helpen van de zwakken en behoeftigen en maakte ondubbelzinnig duidelijk dat men zijn welvaart moest delen met hen die minder welvarend waren. 
Naar mijn smaak strookt dat niet helemaal met de leus: 'Nederland voor de Nederlanders', die Els op haar website voert.

Wat Els zich kennelijk nooit heeft gerealiseerd, is dat er ook héél veel Nederlanders zijn die niet eens weten wat een christelijke moraal zoal zou moeten of kunnen inhouden, òf, als ze dat wèl weten dat aan hun laars lappen, maar de wèl haar rechtse denkbeelden delen En dat in nog veel extremere mate dan zij zelf. Een deel daarvan schroomt ook niet om hun mening met geweld over het voetlicht te brengen.

Nu is een verbond tussen extreem-rechts en bepaalde christenen niks nieuws.
In de Verenigde Staten bestaat het al jaren. Trump is daar mede aan de macht gekomen omdat veel orthodoxe christenen op hem hebben gestemd, nadat Trump dat kiezerspotentieel bewust had aangeboord door zich tegen abortus en anti-lhbti uit te spreken. En hoewel Trump, gezien zijn daden, helemaal niet gelooft in de hel, maakt hij wel degelijk zijn beloftes in dit opzicht waar. Dat dit zomaar blijkt te kunnen had niemand een paar jaar geleden voor mogelijk gehouden, maar het gebeurt gewoon en heel Amerika staat erbij en kijkt ernaar.
Ook hier in Nederland zien we de SGP al opschuiven richting extreem rechts.

Ik ben benieuwd wat het bovengenoemde gedoe op het Malieveld zal betekenen voor de komende verkiezingen.
Mogelijk zullen allerlei talking heads ter rechterzijde ook wat tranen plengen naar aanleiding van het gebeurde. Maar in tegenstelling tot de tranen van Els zullen dat wel in meer of mindere mate krokodillentranen zijn, ben ik bang. Mensen als Geert Wilders en Thierry Baudet hebben de geesten van de Nederlandse rechts-extremisten rijp gemaakt voor wat er gisteren gebeurde. En hoewel de volgende uitspraak op internet direct een Godwin zou worden genoemd, roept één en ander toch wel wat herinneringen op aan de bruinhemden die Hitler's machtsovername voorbereidden.

Het is nu wel duidelijk uit welke hoek de wind, ook in Nederland, inmiddels waait, denk ik.


donderdag 11 september 2025

De Lofoten, deel 1





















De baas en tevens enige werknemer van het Tørrfiskmuseum in het gehucht Tind bleek vloeiend Italiaans te spreken.
We zijn net voor hij het museum opent gearriveerd en voor ons staat een groepje Italianen, dat ook naar binnen wil. Het duurt even voordat ook wij een kaartje kunnen kopen, want hij raakt, in hun eigen taal, in geanimeerd gesprek met de Italianen.

Tørrfisk is Noors voor stokvis en bij het inlezen op de Lofoten, vóór onze reis, had ik het al gezien: de Italianen zijn dol op stokvis en het grootste deel van de Noorse stokvisproductie wordt geëxporteerd naar Italië. Of die Italianen speciaal voor de stokvis naar de Lofoten komen is niet duidelijk, maar nu ze er tóch zijn, willen ze dit museum natuurlijk wèl even zien.
We wachten geduldig tot de Italiaanse conversatie is geëindigd en als wij aan de beurt zijn heeft de baas al door dat we uit Nederland komen; hij begint, in het Engels dit keer, over schaatsen. "Ik herinner me een Nederlandse schaatser.. ja, hoe heette hij ook al weer.." 
We waren ongeveer van dezelfde leeftijd, schatte ik, en zeg "Kees Verkerk". 
Nee, nee.. die was het niet.. 
"Ard Schenk, dan..?" 
Precies; dat was de man die hij bedoelde. 
"Maar ze speelden vals! Toen ze in Noorwegen kwamen, waren ze gewend om te schaatsen op sloten en kanalen. In Noorwegen hebben ze pas ècht schaatsen geleerd!" 
Ik meende dat te moeten bestrijden, maar besloot in een zeldzame vlaag van wijsheid de discussie niet verder aan te gaan. Nadat ik nog had gewezen op het feit dat Kees Verkerk met een Noorse was getrouwd en jaren in Noorwegen een camping met hotel had gedreven ("ja.. dat weet ik!"), stelde ik zijn nationalistische gemoed niet verder op proef; we gingen het museum in om daar met enige regelmaat te worden aangegrijnsd door een stokvissenkop.


Afgelopen augustus waren we dus op de Lofoten en elders in Noorwegen.
Twee jaar geleden zijn we op IJsland geweest en hoewel de Lofoten geen actief vulcanisme kennen en het er vooral naar de zee en nooit naar zwavel ruikt, deden deze Noorse eilanden vaak aan IJsland denken, en dan vooral aan de inhammen en baaien aan de IJslandse oostkust. 
Wie de films naar het boek 'In de ban van de Ring' heeft gezien, weet ook ongeveer waar ik het over heb. Want het lijkt hier en daar ook wel op bepaalde stukken van Nieuw Zeeland, waar een aantal scenes uit die films zijn opgenomen. 
Het bleek, om kort te gaan, eigenlijk net zo mooi als IJsland.

Het plan om de Lofoten te bezoeken bestond al jaren. Maar omdat het niet direct naast de deur is, was het lang bij plannen gebleven. Omdat we niet wilden vliegen, hadden we het idee om er met onze mini-camper naar toe te rijden. Vanaf Oslo is het nog steeds zo'n 1200 km. rijden naar Bodø, dat je kunt beschouwen als de poort naar de Lofoten. Na nog een boottocht van 3,5 uur naar Moskenes zit je op het zuidwestelijke uiteinde van de eilandenreeks.
We becijferden dat we toch eigenlijk wel een week nodig hadden om er in een toeristisch tempo naar toe te rijden, een week op de Lofoten te verblijven en vervolgens weer een week te gebruiken voor de terugreis.

Maar we hebben ook nog drie katten. Aanvankelijk lukte het niet om in de gewenste periode drie weken kattenoppas te vinden. Twee weken kon nèt. Er werd al gepraat over twee weken Schotland. 
Op de valreep verschoof onze vaste kattenoppas zèlf haar vakantie zodanig dat ze wel drie aaneengesloten weken voor onze dieren kon zorgen. 
Mijn vrouw, echter, had al drie weken eerder (school)vakantie. Ze wilde nu eindelijk wel eens ècht lang weg, trok de stoute schoenen aan en verklaarde dat ze al twee weken eerder wilde vertrekken en op haar gemak door Duitsland en Denemarken naar de veerboot in Hirtshals zou rijden om vervolgens in de resterende tijd tot de kattenoppas beschikbaar was naar Bodø te toeren. Ik moest maar 's kijken hoe ik na die twee weken op eigen gelegenheid daar kon komen.
Ik zei geen 'nee', maar na wat uitzoekwerk bleek dat mijn nareis ook meteen de milieu-onvriendelijkste factor in het hele gebeuren zou worden. De reis vanuit Nederland naar Bodø kan worden gemaakt per trein, maar alleen al het stuk van Oslo naar Bodø duurt 22 uur en vanaf Trondheim, dat is ongeveer halverwege, zit je in een dieseltrein. Alleen het stuk Oslo - Trondheim is geëlektificeerd.

Het werd voor mij dus vliegen.
Ik kan u echter, voor als u zelf ooit weer 's moet vliegen, daardoor nog wèl een tip aan de hand doen. Gebruik de zogenaamde prijsstunters Vliegtickets.nl en Cheaptickets.nl om een tijd en vluchtnummer te vinden dat u goed uitkomt en ga vervolgens op de site van de luchtvaartmaatschappij zelf kijken wat het bewuste ticket bij hen kost. Het leverde me een besparing van 25 % op bij SAS. 
Die maatschappij bracht mij op 8 augustus j.l. van Schiphol naar Arlanda (Stockholm) en van Arlanda naar Bodø.
SAS heeft een prima app, die 24 uur voor vertrek al de mogelijkheid biedt om in te checken en je instapkaarten te downloaden. Alle bagage, behalve een rugzakje met een paar dingen die ik tijdens de vlucht bij me wilde hebben, had ik al met mijn vrouw meegegeven in het campertje, dus lang in de rij staan was, behalve dan eventjes bij de veiligheidscheck, ook niet nodig. Zo werd vliegen nog bijna leuk.
De vlucht vertrok wel bijna een half uur te laat, maar het was helder weer, met een gebroken wolkendek, waardoor ik keurig Schiermonnikoog, Rottumerplaat en Rottumeroog onder me door zag schuiven. 

















Er bleef precies genoeg tijd over voor de overstap op Arlanda en om ongeveer 15.30 u. landde het vliegtuig te Bodø, na een redelijk spectaculaire approach.

































Even later passeerde ik het douaneloket in Bodø. Dat schoot ook lekker op; er was geen beambte te zien.
En ja hoor; even later reed ons campertje het parkeerterrein voor de vertrekhal op.

De ochtend er na stonden we in de rij voor de overtocht naar de Lofoten.



















Het vervolg van de reis leest u in deel 2.