donderdag 9 november 2023

Ondermaans ongenoegen, deel 2

















Aan het eind van het eerste stukje met de titel Ondermaans ongenoegen sprak ik de verwachting uit dat het het eerste van een reeks zou worden. Uit de tekst die eraan voorafging, en het gegeven dat we een verkiezing voor de Tweede kamer tegemoet gingen, had u zelfs kunnen opmaken dat het een lange reeks zou worden.
In dat licht heeft het nog lang geduurd voor deel 2 van deze reeks zich aandiende. 

In mijn binnenste knaagt een bang vermoeden dat ik ook wel weet waarom.
Na wat tot op heden een nogal lauwe verkiezingscampagne was, begint het bij mij te dagen dat we gewoon op nog weer eens vier jaar centrum-rechtse niksigheid afstevenen. En eigenlijk heb ik mezelf daar al bij neergelegd, geloof ik.
Twee-en-een-half geleden schreef ik in dit blog een stukje waarin ik uitlegde waarom ik Nederland en zijn bevolking, of althans een aanzienlijk deel van die bevolking, nauwelijks meer kan verdragen. Die zelfgenoegzaamheid, dat stompzinnige egoïsme en die onuitstaanbare politieke onbenulligheid; het is al een tijd meer dan ik hebben kan.
En hoewel er eigenlijk geen reden was om aan te nemen dat er in de tussentijd veel veranderd is, doen de peilingen van de afgelopen dagen toch behoorlijk pijn.

In de eerste plaats omdat de VVD, de partij die in de afgelopen tien jaar het grootste deel van de verantwoordelijkheid heeft gedragen voor een beleid dat Nederland inmiddels een reeks van grote problemen heeft bezorgd en die net één van de exponenten van dat beleid (Henk Kamp) tot erelid heeft gemaakt, zou in grootte dan weliswaar niet meer de grootste worden, maar toch maar net iets kleiner zijn dan de grootste partij van Nederland. 
Wie zijn die mensen die denken dat het in afgelopen tien jaar eigenlijk heel prima ging in dit toffe landje? Ik vermoed dat ze aan een deformatie lijden waarvan wel meer mensen met een paar centen op de bank last hebben; ze denken: "als het mij mij goed gaat, gaat het met iedereen goed".

Maar het grootste drama van deze verkiezingen is toch wel de razendsnelle opkomst van de partij van Pieter Omtzigt. 
Op de vleugels van een reputatie die feitelijk maar op één positief wapenfeit berust, is deze club van niets op nummer één gekomen. Bijna 20 procent van de kiezers denkt dat Omtzigt het jongetje is dat alles goed zal maken, zoals Ischa Meijer het verschijnsel ooit benoemde. Eén keer een serieuze misstand aan de kaak stellen, wat roepen over nieuw leiderschap en nieuwe politiek, en je bent in dit land de man. 
En je blijft het ook, al doe je nog zo mistig over je politieke plannen, zoals de coalitie waarvan je graag deel zou willen uitmaken, of de vraag of je nu wèl of niet de stikstofcrisis wil aanpakken.

Inmiddels wordt, ook voor wie daar nog niet zoveel idee van had, langzaam duidelijk wie PIeter Omtzigt feitelijk is. Gewoon: nog steeds een CDA-er, die wat onenigheid kreeg met de kopstukken van die partij, en daarom daar persona non grata werd. Dat dit laatste niet automatisch betekent dat je sterker streeft naar sociale rechtvaardigheid dan het CDA anno 2023 doet, is ook al zichtbaar. Pieter ziet, als je diep in z'n hart kijkt, toch meer in een coalitie over rechts, met de VVD, dan over links. 
Je gaat dus gewoon regeren met de partij die de toeslagenaffaire op z'n geweten heeft. Waarvan de onthulling jouw grootste wapenfeit is. Dat de mentaliteit in die partij sindsdien niet is veranderd, doet er voor Omtzigt kennelijk niet toe. Toen ie even niet scherp was, flipte die voorkeur er zomaar uit, en kwam die in de media.
Toen Pieter zich realiseerde dat ie zich daarmee wel een beetje teveel in de kaart liet kijken, kwam ie de volgende dag met de mededeling dat ie het niet zo bedoeld had; hij wist het gewoon nog niet.
Typisch CDA-gedrag, als je 't mij vraagt. 
Van Agt boog destijds al "niet naar links en niet naar rechts", maar werd, toen puntje bij paaltje kwam, de beste maatjes met Hans Wiegel en Jaap Burger had (als kabinetsformateur) eerder al gezegd dat "een afspraak met een confessionele politicus een scheet in een netje" was.
Toch is dergelijk gedraai voor een deel van kiezersvolk geen reden om Omtzigt met wat meer scepsis te bekijken.

Ook opvallend: BBB, bij de Provinciale Statenverkiezingen nog verreweg de grootste, heeft wat betreft het stemmenpercentage maar iets meer dan één derde over van de stemmen die men een half jaar geleden nog had. 
Ja, je hebt als voorvechter van het zo vurig gewenste nieuwe elan in de politiek snel afgedaan, in Nederland.

Dan werd gisteren, tenslotte, bekend dat de gemiddelde Nederlander graag wil dat de Stikstofcrisis en het CO2-probleem worden opgelost, zolang het hem of haar zelf maar niks kost. De vervuilers (de grote bedrijven) moeten het maar betalen en vliegen en autorijden mag niet duurder worden. De gemiddelde Nederlander is kennelijk te dom om te begrijpen dat hij of zij, al autorijdend en naar verre vakantiebestemmingen vliegend, ook vervuilers zijn.

Die zelfgenoegzaamheid, dat stompzinnige egoïsme en die onuitstaanbare politieke onbenulligheid; het is er nog en het lijkt eerder méér dan minder te zijn geworden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten