maandag 21 mei 2018

Cultuuroorlog
















Er zijn tegenwoordig momenten waarop het virtuele werkelijkheid wordt, of de werkelijkheid zich virtueel toont. Althans; bepaalde mensen ervaren dit zo. Wanneer het één en wanneer het ander het geval is, is niet altijd even duidelijk. Soms lijkt men zelf ook niet meer precies te weten wanneer er sprake is van een echte tegenstelling en wanneer we slechts kijken naar een woord-en-beeld-oorlog, waarbij men de realiteit allang uit het oog heeft verloren en men feitelijk vecht tegen windmolens.

Ik keek gisteren naar een aflevering van VPRO's Tegenlicht, die al een paar weken oud was. Ik had hem opgenomen en kwam er nu pas toe hem te bekijken. De uitzending staat nog steeds online. U kunt hem hier bekijken.

Sinds Pim Fortuyn opkwam heb ik al niet begrepen waar mensen het precies over hadden, als ze zich met veel aplomb en hevig verontwaardigd beklaagden over alles "wat niet gezegd mocht worden". Zelf was ik juist doordrongen van het gegeven dat sinds de jaren '60, met televisieprogramma's als Zo is het toevallig ook nog 's een keer, eigenlijk alles gezegd mocht worden. En ook gezegd werd.
Maar met de komst van Pim bleek er een hele bevolkingsgroep te bestaan, een soort zwijgende meerderheid, die sterk het gevoel had dat bepaalde zaken niet mochten worden uitgesproken. Dat je de pest had aan buitenlanders en immigranten, bijvoorbeeld. Of dat je de islam een gevaarlijke godsdienst vond. Diezelfde groep mensen muntte ook het begrip Linkse Kerk. Dat was namelijk de maatschappelijke macht die verordonneerde dat je dat soort dingen niet mocht zeggen.

Ik heb daar altijd een beetje om moeten lachen. Toen men veertig jaar eerder dingen riep die eigenlijk niet gezegd mochten worden, was dat nog voorbehouden aan het linkse deel van de samenleving. Destijds heb ik nooit iemand van die groep horen klagen dat men dat niet mocht. Men deed het gewoon. En zelfs toen al had het zelden of nooit tot gevolg dat de roeptoeters voor het gerecht werden gesleept of anderszins ter verantwoording werden geroepen.

De geschiedenis herhaalt zich nooit, zegt men. Toch dacht ik na het zien van die aflevering van Tegenlicht: "daar hebben we het weer.."

Zo'n vijftien jaar terug, toen ik me nog regelmatig in de krochten van Usenet en zijn  nieuwsgroepen begaf, kon je al merken dat de geest Pim Fortuyn op internet was doorgedrongen. Ik raakte nogal eens in discussie met mensen die rechtse praatjes verkochten, maar de kern van waar het volgens mij om ging volledig misten. Er was een onstuitbare drang om een zondebok aan te wijzen, waar men al z'n frustraties op kon uitleven en die de schuld moest dragen van alles wat er in de maatschappij was misgegaan. Daarbij ging men uit van het vreemde idee dat de macht in Nederland in de afgelopen veertig jaar in handen was geweest van de eerder genoemde Linkse Kerk. Eén blik op de parlementaire geschiedenis van Nederland sinds de jaren '70 is voldoende om te zien dat de macht in deze periode vooral is uitgeoefend door coalities van confessionelen en liberalen. Linkse partijen (in de praktijk de PvdA en in mindere mate D'66) kwamen er pas weer aan te pas met de paarse kabinetten, die halverwege de jaren negentig aantraden. Toen had de PvdA echter z'n ideologische veren al afgeschud. De partij deed enthousiast mee aan het neo-liberale beleid dat toen pas ècht vorm kreeg. Dus ook van die regeringen kan worden betwijfeld of ze links waren.
Dat derhalve en feitelijk centrum-rechts de bron van de frustratie van de Fortunisten was, ontging diezelfde groep volledig. Wat vreemd is, want de groep in kwestie bestond over het algemeen niet uit de bovenlaag van onze maatschappij; integendeel. De arbeidersklasse had zich bekeerd tot het Fortunisme and they were barking up the wrong tree, om het maar eens op z'n Engels te zeggen.

Ondertussen speelt zich op internet weer iets vergelijkbaars af. Waarvan ik zelf nog het meest frappant vind dat het me tot op heden grotendeels is ontgaan.
De documentaire die ik noemde, laat zien dat er een internetforum is dat 4chan heet. Vanuit dat forum is Kekistan ontstaan. Een virtueel land, met zelfs een heuse vlag (zie hierboven) waarvan de inwoners worden onderdrukt door de Normies. Wie zijn dan de Normies? Dat zijn de leden van de dominante, politiek correcte groep die de bepaalt wat wel en niet mag worden gezegd. Die Normies zitten volgens de Kekistani vooral in de linkerhoek van het politieke spectrum. Wordt er om een nadere specificatie gevraagd, dan worden genoemd: feministen, communisten en mensen die het individu proberen te corrumperen met hun "right and wrong"-denken. Zij stellen de normen, vandaar: Normies.
De Kekistani voelen zich vrijdenkers. Individuen, die geen ijzeren stelsel van normen en waarden opgelegd willen krijgen en vooral niet over één kam geschoren willen worden. Men is bijvoorbeeld tegen wat men identiteitspolitiek noemt; het in hokjes stoppen van mensen en die hokjes bestempelen met 'links' of  'rechts', 'racistisch' of 'fascistisch'.
Dat het verzet hiertegen juist de vorm aanneemt van het bedenken van een nieuwe groep, met een zekere identeit (je ben een Kekistani of niet, tenslotte), is al meteen de eerste tegenstrijdigheid in de opstelling van deze tegenstanders van identiteitspolitiek.

'Terence', die zich Kekistani noemt, zegt in de documentaire: "Normies zijn mensen die in de mainstream zitten, die niks van gamercultuur begrijpen, die eigenlijk niet kunnen internetten; die alles voor het eerst op Facebook zien".
Zo'n citaat maakt wat mij betreft al veel duidelijk. De Kekistani spelen vooral dat ze onderdrukt worden, maar in werkelijkheid voelen ze zich superieur aan de Normies, met hun achterlijke normen en waarden.
En ja; gamercultuur? Ik wil niet bestrijden dat dit een (sub)cultuur is, maar sinds wanneer is de cultuur van mensen, die een groot deel van hun tijd (want gamen doet men, zoveel is ook wel bekend, niet voor een halfuurtje per dag) doorbrengen in een virtuele droomwereld, van essentieel belang voor de gang van zaken in de echte wereld? Moeten we ons voor een goed begrip van de wereld daar ècht in verdiepen? En wanneer kun je niet internetten?  Joost mag het weten.

Wat zou gamercultuur en kunnen internetten betekenen in de wereld van de grote bedrijven, multinationals en het neo-liberalisme, waar vooralsnog de grootste macht in de wereld ligt? In sommige gevallen is die macht groter dan die van nationale regeringen. Helemaal niets, ben ik bang. Ja, gamers zijn mogelijk een doelgroep waaraan men zijn producten (games) wil slijten. Veel verder zal het niet gaan. Dat de macht in de maatschappij ligt bij Normies, komt mij dan ook als een schromelijke vergissing voor.

Nu gaat het de Kekistani vooral om de macht die via de media wordt uitgeoefend. Zo zou bijvoorbeeld de publieke omroep geheel in handen zijn van de Normies; het linkse geluid zou daar overheersen. Toch hebben we tegenwoordig omroepen als WNL en PowNed. Met name die laatste omroep, voortkomend uit GeenStijl, lijkt de verpersoonlijking van het gedachtengoed van de Kekistani; niet-politiek-correcte grappen maken. Toch worden de Kekistani kennelijk niet massaal lid van PowNed, want ondertussen is duidelijk geworden dat deze omroep een kwijnend bestaan lijdt en op het punt staat weer uit het medialandschap te verdwijnen. Of zijn er in de praktijk gewoon heel erg weinig Kekistani en vormen ze daarom geen macht van betekenis?

Het lijkt er dus veel op dat we hier te maken hebben met het schijn-probleem van een groep mensen die verward zijn geraakt in een vreemde virtuele werkelijkheid en die op internet een heroïsche strijd tegen windmolens voeren. Voor wat naar mijn idee de werkelijke  problemen in de wereld zijn (klimaatverandering en een rechtvaardige verdeling van de welvaart, om maar een paar dingen te noemen) heeft men in het geheel geen aandacht.
In plaats daarvan maakt men herrie binnen volledig in zichzelf gekeerde werelden als de internet-fora 4chan en Reddit, waar men lekker onder elkaar is en de meest gore grapjes kan maken zonder dat de Mainstream daar ook maar iets van merkt. Want hoewel ik zelf vind dat ik al teveel tijd op internet doorbreng, had ik tot het zien van bovengenoemde aflevering van Tegenlicht nog nooit van de heroïsche strijd van de Kekistani gehoord.

Terugkerend naar de vergelijking met de Fortunisten uit het eerste decennium van de 21e eeuw is er wel een duidelijk verschil tussen hen en de Kekistani. De harde kern van de Fortunisten kwam vooral voort uit gefrustreerde voormalige PvdA-stemmers, veelal arbeiders, modalen en beneden-modalen; als ik kijk naar Terence en andere Kekistani die in de documentaire aan het woord kwamen, dan dringt zich het idee op dat die groep bestaat uit hoog-opgeleide jongeren. Die bovendien een inkomen hebben waarvan ze zich een nieuwbouw-appartement in de Rotterdamse binnenstad kunnen veroorloven. Ik zie Terence tenminste van pakweg twintig hoog uitkijken over het centrum van die stad.
Misschien verklaart dat waarom het vermeende probleem van de Kekistani zo virtueel is. Materieel komen de dames en heren weinig te kort, zo te zien. Zou je jezelf dan van lieverlee en onvermijdelijk met schijnproblemen gaan bezighouden?