zaterdag 19 november 2022

Levensteken

cartoon: Jill Parker












Een paar dagen geleden kreeg ik een mailtje van de man die waarschijnlijk mijn trouwste lezer is. Dat het nu wel èrg lang stil bleef. En of het nog goed met me ging? Ik was geroerd, om niet te zeggen: ontroerd. 

Ons contact is ooit ontstaan toen ik begon met dit blog en nadat ik al een aantal maanden zijn blog onveilig had gemaakt met reacties die soms nog langer waren dan zijn eigen stukjes. Om hem (en andere bloggers daarvan te verlossen is dit blog ontstaan. Een persoonlijke uitlaatplek, die ik tien jaar lang op nogal onregelmatige basis van teksten voorzag. Voor zover ik dat kan beoordelen heeft hij zelf ook een goed gevuld leven, met een scala van activiteiten. Dat hij desondanks toch aan me dacht, was een aangename verrassing.

Wat het blog betreft had hij wèl een punt. 
Zo'n lange stilte als die van het afgelopen jaar is er nog nooit ontstaan. En dat, nadat ik in mijn laatste bericht, van december 2021, constateerde dat ik het tienjarig bestaan van deze uitlaatklep al ongemerkt voorbij had laten gaan.
Gelukkig kon ik mijn meest volhardende volger laten weten dat ik in goede gezondheid verkeerde en dat drukke andere bezigheden de oorzaak waren van mijn afwezigheid op deze plek. Ik schreef hem voorts dat er binnenkort vast wel weer een moment zou komen om hier weer te schrijven, en ik suggereerde dat, nu 2022 ook op z'n eind loopt, het misschien wel een persoonlijk jaaroverzicht zou worden.

Want 2022 was me het jaartje wèl. Zowel op persoonlijk vlak als op wereldniveau.
Al in de eerste week maakte iemand uit mijn directe omgeving een eind aan zijn leven. Ik had dat twintig jaar eerder al eens meegemaakt met een collega op de TU in Delft, waar ik toen werkte. Die eerste keer zag ik het niet aankomen, maar de tweede keer was het èn een stuk dichterbij (het ging om iemand die mijn zwager had kunnen zijn, als hij niet al eerder van de zus van mijn vrouw was gescheiden) èn er waren wel degelijk tekenen aan de wand. Als het zó dichtbij is en je hebt juist in de maanden daarvoor intensiever contact met de persoon in kwestie gehad dan in de jaren daarvoor, ga je ook bij jezelf te rade over hoe je dat contact hebt aangepakt. Los daarvan was ook de nasleep niet alle opzichten therapeutisch, om het eufemistisch uit te drukken.

Daarmee hebben we dan het voor mij ergste van 2022 wel gehad. 
Zowel ik als mijn vrouw liepen in augustus toch nog corona op, terwijl ik zelf in juli nog een herhalingsprik had gehaald. Zij had er iets meer last van dan ik. Bij mij uitte de besmetting zich voornamelijk door wat keelpijn en een klein beetje koorts ('verhoging' is het goede woord). Ondertussen lijkt ook in het algemeen de angel er, wat corona betreft, wel uit.
Net voor corona hadden we een fijne vakantie van drie weken in Noorwegen en in oktober zijn we nog een paar dagen in Wenen geweest, welke stad wij bereikten per slaaptrein, wat op zich al een ervaring was. 
Ook zijn we, terwijl in de Oekraïne de oorlog uitbrak, nog een weekje gaan langlaufen in Seefeld met het mooiste weer dat denkbaar was. Een merkwaardig contrast van werkelijkheden.
Er werd dit jaar om allerlei vage redenen slechts mondjesmaat gezeild en als dat gebeurde vaak nog met opstappers, wat op zich wel gezellig is, maar voor mij, als schipper en dus eindverantwoordelijke, altijd wat meer stress oplevert dan zeilen in m'n dooie eentje.

Op wereldschaal, of zelfs maar nationale schaal, is er natuurlijk teveel om op te noemen.
De oorlog in de Oekraïne springt er uit in ongunstige zin, maar anderzijds lijkt er heel langzaam een soort kentering in de algemene ontwikkelingen te komen. De aandacht voor wat naar mijn idee het meest serieuze wereldprobleem van dit moment is; de opwarming van de aarde, krijgt steeds meer aandacht. De stem van de klimaatontkenners is vrijwel verstomd. Wie nog steeds volhoudt dat die klimaatverandering er ook zou zijn zonder menselijke invloed, staat zo langzamerhand bijna te kijk als een ongevaarlijke gek, ware het niet dat de overgebleven die-hards over veel meer dan alleen het klimaat rare en niet ongevaarlijke praatjes verkopen. In die kringen is ontkenning van klimaatverandering grotendeels vervangen door complottheorieën waarin allerlei vreemde fenomenen zoals reptielen een grote rol spelen.

Positief, daarentegen, is dat het er alle schijn van heeft dat de dagen van het marktdenken en de neo-liberale politiek geteld zijn.
Zo stond er deze week een klein interview met twee JOVD-ers (jonge VVD-ers) in de Volkskrant, waarin door hen onversneden linkse dingen werden gezegd, zoals je ze eigenlijk bij de PvdA verwacht, maar in de praktijk nauwelijks hoort. Als deze jongens ooit het programma van de VVD gaan opstellen, komt er nog een dag dat ik op die partij stem!

Opvallend is ook dat in de reeks MeToo-achtige schandalen steeds weer een nieuw opduikt. Vandaag is Matthijs van Nieuwkerk en zijn onder- en bovenknuppels de twijfelachtige eer te beurt gevallen. In dit geval extra interessant omdat het laat zien hoe bepaald gedrag op zeker moment zomaar normaal wordt gevonden en waarin mensen, die in meer alledaagse omstandigheden best aardig zijn, toch tot een soort beulen transformeren.

Wat me wel een beetje zorgen baart: de omvang die het verschijnsel 'wokisme' in het afgelopen jaar heeft aangenomen. Het gebruik van de term is een tikkeltje riskant, omdat ie vooral door allerlei rechts geboefte wordt gebruikt, maar ik weet op dit moment geen betere en over wat 'woke' is bestaat, geloof ik, geen verschil van mening.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik ernstige twijfels heb bij al die excuses die in de afgelopen maanden door allerlei hoogwaardigheidsbekleders zijn gemaakt. Meestal ging het daarbij om betrokkenheid bij slavernij in een tamelijk grijs verleden. 
Naar mijn idee is dat voornamelijk symboolpolitiek. Het lijkt mij constructiever om ervoor te zorgen dat de nazaten van slaven, in Nederland zijn dat voornamelijk mensen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst, dezelfde kansen hebben als autochtone Nederlanders en dat tegen hen gerichte discriminatie op alle fronten wordt bestreden.
Erkennen van bedenkelijke aspecten van de Nederlandse geschiedenis is prima, maar het herschrijven of verwijderen van hele stukken ervan, is dat niet.

Gelukkig maakt al te extreem wokisme zichzelf van tijd tot tijd belachelijk, zoals deze week gebeurde met verwijderen van een schilderij bij de Universiteit Leiden. Het schilderij, van de Dordtse kunstenaar Rein van den Dool, toont op tamelijk ironische wijze een College van Bestuur uit de jaren '60. Eén blik is voldoende om te begrijpen dat de kunstenaar de verheven status van College met een korreltje zout neemt. Eigenlijk is het vrij verbazingwekkend dat het geportretteerde college het schilderij destijds heeft aanvaard en het doodleuk op een prominente plek heeft laten ophangen. 
Nog ironischer maar ook bespottelijk is het, als vijftig jaar later vooral vrouwelijke academici het beschouwen als een voorbeeld van wat bij vrouwelijke wokisten "giftige mannelijkheid" is gaan heten en het geheel op eigen gezag hebben verwijderd.
Gelukkig beseft het huidige College van Bestuur dat er grenzen zijn aan wokistische zelfwerkzaamheid en hangt het schilderij inmiddels weer op z'n oude plek.

Het wokisme is voor mij ook een soort blast from the past. 
In eerdere stukjes heb ik geschreven over de links-intellectuele cultuur van de jaren '70, waarin prinzipienreiterei het in veel gevallen won van nuchter nadenken over sociaal-democratische politiek en daardoor contraproductief werkte.
Van mij mag het wokisme dus liever vandaag dan morgen verdwijnen. Het is geen medicijn tegen rechts-extremisme, maar werkt feitelijk als een catalysator daarvan.

Wat naar mijn idee de werkelijke bedreiging voor onze democratie vormt, is de alledaagse politiek en de visie-loze regeringen van de afgelopen tien tot twintig jaar.
In een volgend stukje kom ik daar vast nog wel een keer op terug.