donderdag 6 november 2014

The Green Fields of France




















Vorig jaar om deze tijd schreef ik over het Poppy Appeal, een fenomeen dat op de Britse eilanden in de aanloop naar Remembrance Day zo goed als onontkoombaar is.
In dat stukje kwam onder andere de discussie rond de aard van het appeal aan de orde. De Britten zijn verdeeld over het al dan niet bedenkelijke karakter ervan; regelmatig valt in dit verband bijvoorbeeld het woord jingoism. Een deel van de populatie vindt het Poppy Appeal nationalistisch en, omdat het alleen militaire slachtoffers gedenkt, ook politiek afkeurenswaardig.

In de aanloop naar 11 november was de poppy al pregnant aanwezig in een installatie die in de afgelopen maanden vorm heeft gekregen bij de Londense Tower. Blood Swept Lands and Seas of Red heet het kunstwerk, dat is gemaakt door de keramist Paul Cummins. In het gras aan de voet van de Tower staan 888.236 keramische klaprozen. Eén voor elke tijdens de 1e wereldoorlog gesneuvelde Britse soldaat. Ze lijken uit één van de schietgaten van de Tower naar buiten te stromen. 
Na remembrance day kunt u er voor 25 Engelse ponden één kopen.

Echte consternatie ontstond er echter pas na dat de  Poppy Appeal Official Single 2014 was verschenen. De eer viel dit keer te beurt aan Joss Stone en Jeff Beck. Zij hadden een lied van de Schots-Australische folkzanger Eric Bogle opgenomen: No Man's Land, ook bekend als The Green Fields of France.
Bogle schreef het lied in 1976 als een anti-oorlogslied. In de loop der jaren is het ook door een reeks van andere artiesten opgenomen. Daaronder de gebroeders Furey en de Dropkick Murphy's. Ik neem hier de versie van de June Tabor op als link. Als zangeres vormt ze een mooi contrast met Joss Stone
Het lied laat er geen twijfel over bestaan dat de eerste wereldoorlog een zinloze aangelegenheid was. 16 miljoen doden vielen voor niets. Het enige wat de oorlog bewerkstelligde was de instabiliteit die ruim twintig jaar later leidde tot de meest verschrikkelijke oorlog die de wereld tot op heden heeft gekend.

And I can't help but wonder, young Willie McBride,
Do all those who lie here know why they died?
Did you really believe them when they told you "The Cause?"
Did you really believe that this war would end wars?
Well the suffering, the sorrow, the glory, the shame
The killing, the dying, it was all done in vain,
For Willie McBride, it all happened again,
And again, and again, and again, and again.


Joss Stone zingt over het algemeen r&b en soul. Dat haar versie anders klinkt dan die van Bogle of de June Tabor is dan ook niet vreemd. Wat wel opvalt, is dat het lied aanzienlijk is ingekort. De attention span van het publiek waarvoor deze single bedoeld is, is aanzienlijk korter dan dat van de folkies die er als eersten naar luisterden. Ook nog begrijpelijk, dus.

Wat echter de commotie veroorzaakt is het gegeven dat door dit inkorten enkele coupletten van de oorspronkelijke tekst achterwege blijven, waaronder het couplet dat hierboven is weergegeven.
Voor de kritikasters van het Poppy Appeal is dit een nieuw teken dat The Royal British Legion en hun opvatting van het gedenken van de doden niet zuiver op de graat zijn. Men vermoedt dat de RBL het ongewenst vindt om toe te geven dat "the killing, the dying, was all done in vain".
Op diverse Britse weblogs verschenen kritische artikelen. In één daarvan komt Eric Bogle zelf aan het woord. Hij begrijpt het allemaal wel, maar ook weer niet helemaal. Een deel van de bedoeling van het lied gaat toch verloren, naar zijn idee.

Ik heb al eerder geschreven dat ik geen pacifist ben. Toch voel ik zelf ook een zeker ongenoegen als ik naar Joss Stone kijk en luister. Stone zelf is een feest voor het oog, daar niet van. Hoewel wel een beetje èrg glamorous in combinatie met het lied en zijn tekst. Ook als r&b zangeres kan ik haar tot op zekere hoogte wel waarderen. Net als Jeff Beck, trouwens; een gitarist die op andere fronten van een zeldzame klasse is.
Maar ik heb ook dat verleden in de Dordtse folkclub, waar ik No Man's Land tenminste één keer heb horen zingen. Door Iain MacKintosh, om precies te zijn. Een tengere man met een banjo en toevallig ook een Schot. Hij zong trouwens nog een lied van Bogle: And The Band Played Waltzing Matilda, dat handelde over de even zinloze slachting bij Gallipoli. Ook droeg hij een gedicht van Spike Milligan voor:

VALUES ‘68

The Prince is dying
‘Give him air’.
Headlines! Crisis!
Kennedy Shot!
The assassin captured
Too late! Kennedy dies!
The telegrams flow
And bury the body in – Arlington.
Somewhere in Mekong
A prince of battle
is blown into bloody meat.
No headlines
No crisis
And only
One telegram.


De voordracht was ingetogen, maar de teksten troffen doel.
Misschien waren de jaren '70 verzadigd van vals idealisme. Maar ik heb sindsdien veel over oorlogen gelezen. En in mijn familie weten ze er ook het één en ander van, zoals ik eveneens al eerder schreef.
De gruwelijkheid van de oorlog er zo af en toe eens flink inwrijven kan nog steeds geen kwaad.

Of No Man's Land van Joss Stone dat voldoende doet, moet u zelf maar uitmaken.