vrijdag 24 maart 2023

De medische molen

cartoon: Hein de Kort

























Ik ben nooit een grootgebruiker van medische diensten geweest. 
Buiten bronchitis in mijn jeugd, heb ik nooit ernstige kwalen onder de leden gehad. Tot op heden slik ik geen medicijnen op een regelmatige basis. Ik prees mezelf gelukkig met de status van een ouwe knar, die nog helemaal niks mankeert.

De huisartsen bij wie ik in de loop der jaren op de rol stond, heb ik maar weinig gezien. Ongeveer zeven jaar geleden had ik, vermoedelijk, want onomstotelijk vast te stellen was het niet, een tekenbeet opgelopen. Op mijn enkel verscheen een snel in omvang toenemende rode vlek. De huisarts was het met mee eens: een tekenbeet was het meest waarschijnlijk. Ik kreeg een antibiotica-kuur, de vlek verdween snel en symptomen van de Ziekte van Lyme deden zich niet voor. 
Wanneer ik daarvoor nog voor iets bij de huisarts ben geweest, kan ik me eigenlijk niet meer herinneren en dat ik er daarna niet meer geweest ben, weet ik zeker. De huisarts van de tekenbeet was overigens een andere dan mijn huidige vaste huisarts.

De laatste acht weken heb ik echter een aanhoudend droog kriebelhoestje, enige verhoging (38,9 als maximum) en last van 'nachtelijk zweten'.
Vier weken nadat ik die symptomen opmerkte, begon ik mezelf een beetje ongerust te maken. Vooral de laatste twee verschijnselen, gecombineerd met de lange duur ervan, baarden me enige zorgen. Ik heb iemand gekend met dezelfde klachten, die in laatste instantie kanker aan de nieren bleek te hebben.

Tegen alle verwachting in was een afspraak met de huisarts snel gemaakt; ik kon dezelfde dag aan het eind van de middag nog bij hem terecht. Hij is al jaren mijn huisarts, maar ik was nog nooit bij hem op bezoek  geweest voor een eigen kwaaltje. Hij zelf is er overigens ook vaak niet; het lijkt wel of hij om de paar weken op bijscholingscursus is. Dat laatste weet ik dan weer van mijn vrouw, die hem wat vaker ziet.

Mijn huisarts is een vriendelijke man met Oost-Europese wortels. Toen ik hem vertelde dat ik voor de eerste keer met een eigen klacht kwam en dat ik eerder slechts één keer samen met mijn vrouw bij hem was geweest in verband met een klacht van haar, wist hij meteen te melden wie mijn vrouw was. Hij had voorwerk gedaan. 
Na een paar controles die hij zelf kon doen (temperatuur en 'saturatie'- iets met zuurstofopname) besloot hij, mede omdat hij nog vrijwel niks van mijn medische conditie wist, tot een soort fysieke APK. Een bloedonderzoek waarbij een hele reeks van dingen worden gecontroleerd. 
De volgende ochtend werd er bloed afgenomen.
De uitslag daarvan was snel bekend en op grond van diverse bloedwaarden, die duidden op een ontsteking, ergens in het lichaam, schreef hij een verwijzing uit voor de internist.

De internist kreeg ook de uitslagen van het bloedonderzoek en verordonneerde op grond daarvan, nog voor mijn eerste bezoek, een aantal nieuwe bloedonderzoeken. Eén van die drie was gericht op een "vermoeden van endocarditis".
Van dat laatste schrok ik wel een beetje. 
Endocarditis is een ontsteking aan de binnenzijde van de hartwand, vaak in de buurt van een hartklep. De onderliggende reden is vaak een versleten of slecht functionerende hartklep en als je pech hebt, kan één en ander leiden tot een open hartoperatie.
Met een lichtelijk bezwaard gemoed ging ik een dag of vijf later naar de internist. Die overigens een jonge vrouw is, die bijna mijn kleindochter had kunnen zijn. Maar dit terzijde.
Het goede nieuws was, dat er hoogstwaarschijnlijk geen sprake is van endocarditis. 
Eigenlijk had de internist (of interniste; ik weet dat soort dingen ondertussen ook niet meer) geen idee wat het dan wèl was. Er werd een volgend bloedonderzoek op de rol gezet (de internist ging mij 'monitoren') en voorts moest er een longfoto en een echo van de buik worden gemaakt.
Twee weken na de eerste afspraak bij de internist volgde de tweede. 
De bloedwaarden, die op een ontsteking wezen, waren niet veranderd, maar de longfoto en de echo van de buik hadden niets verontrustends laten zien. Eigenlijk wist de internist nóg niks. Volgens de haar kon het ook nog steeds één of ander virus zijn. Op mijn vraag of zo'n virus doodleuk zeven weken kon doorwoekeren, zonder af te nemen of erger te worden, was het antwoord "ja".
In de voorgaande weken had 'kanker' natuurlijk al boven de markt gehangen, om het maar even quasi-zakelijk uit te drukken. Het ultieme middel om dat op te sporen is de PET-scan. "Ultiem", mede vanwege het feit dat de scan een paar centen kost. 
Desondanks besloot de internist dat ik er één moest ondergaan. 

Het is nog een heel gedoe, zo'n PET-scan. 
De dag ervoor moet je een koolhydraat-arm dieet volgen. Geen brood, geen aardappelen, geen pasta, geen rijst. Ook niks waar suiker in zit. Dus ook geen fruit. Wel vlees of vis; liefst zo vet mogelijk. Vanaf zes  uur voor de scan mag je helemaal niks meer eten. Alleen waterdrinken mag. Sterker nog: vlak voor het onderzoek moet je één liter water zien weg te werken.
Het is allemaal gelukt. Op vrijdag 17 maart, rond 10.30 u. schoof ik langzaam, in een half uur ongeveer, door de ring van het apparaat.

De volgende afspraak met de internist is aanstaande dinsdag, 28 maart. Dat ik in de tussenliggende tijd niks uit de medische hoek heb vernomen, beschouw ik stiekum als goed nieuws. Ik ga er vanuit dat de resultaten van die scan al door allerlei deskundigen zijn bekeken en dat men geen reden heeft gezien om mij eerder dan de geplande afspraak daarover in te lichten.

Wordt vervolgd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten