dinsdag 11 februari 2020

Literatuur

























Vanmorgen stond er in de Volkskrant een interview met Edouard Louis.
Louis is een Franse romanschrijver van zevenentwintig jaar oud. Op de voorpagina werd het interview aangekondigd met een uitspraak die hij in dat interview doet: "als je niet schrijft om de wereld te veranderen, kun je beter helemaal niet schrijven". Die uitspraak nam me niet meteen voor hem in.

Ik lees al jaren geen romans meer. Waarom weet ik eigenlijk niet helemaal precies. Ik denk dat het iets te maken heeft met m'n eigen wereldbeeld, dat zich in de afgelopen veertig jaar heeft gevormd en dat inmiddels, met zo nu en dan nog een kleine bijstelling, een tamelijk stevig geheel van meningen en inzichten is geworden. Nu dat wereldbeeld vorm heeft aangenomen lees ik liever biografieën, geschiedenisboeken en andere non-fictie. Je leest dan verhalen die ook het lezen waard zijn, bijdragen aan je zicht op mens en wereld en bovendien ècht gebeurd zijn.
In de tijd dat ik nog wel romans las, waren dat vaak boeken van de grote drie uit de na-oorlogse literatuur: Hermans, Reve en in mindere mate Mulisch. Gerrit Krol heb ik ook met veel plezier gelezen. De opkomst van Maarten 't Hart maakte ik min of meer mee. Zijn boek 'De Jacobsladder' vond ik vooral mooi vanwege de weemoedige beschrijving van de teloorgang van het eiland Rozenburg, dat hij beschrijft als een arcadisch landschap. Totdat het door Europoort wordt verzwolgen. Een enkele roman van Vestdijk las ik ook uit. Verder waren het vooral de verhalenvertellers: Maarten Biesheuvel, Bob den Uyl en Joop Waasdorp bezorgden me mooie uren. Een eerlijk is eerlijk: ook van A.F. Th. van der Heyden heb ik dingen gelezen die me wel bevielen.
Wat die schrijvers precies hebben bijgedragen aan mijn wereldbeeld, is me niet helemaal duidelijk, hoewel mijn wantrouwen tegen de mensheid in het algemeen waarschijnlijk moet worden toegeschreven aan Hermans. Waarmee meteen duidelijk wordt waarom Hermans in de jaren '70 en daarna soms door leraren Nederlands schijnt te zijn geboycot, omdat hij hun leerlingen slechts opzadelde met zijn sadistische universum.
Hoe dan ook, na de jaren '90 van de vorige eeuw was het in mijn geval gedaan met het lezen van de ontboezemingen van, al dan niet Nederlandse romanschrijvers. Temeer omdat ik de indruk kreeg dat de nieuwe Nederlandse literatuur te lijden had  onder een neiging tot navelstaren en psychologiseren. Bij mij ontstond het idee dat één en ander weinig meer bijdroeg aan een beter begrip van wereld, of het gedrag van de mensheid in het algemeen.
Ik vond het belang dat wordt toegekend aan literatuur in de vorm van romans ook een beetje bespottelijk worden, eerlijk gezegd. De retteketet die in televisieprogramma's als De Wereld Draait Door soms wordt opgetuigd rondom de nieuwste literaire sensatie staat me tegen.

Waarmee we weer terug zijn bij de uitspraak van Edouard Louis. Die in eerste instantie op mij overkwam als de zoveelste overschatting van het belang van de literatuur. Dat ik, tot de krant van vanmorgen, nog nooit gehoord had van Edouard Louis, had daar ook wel iets mee te maken. Het werd nog merkwaardiger toen ik in de inleiding tot het interview las dat Louis  al sinds zijn eerste roman, verschenen in 2014, wordt beschouwd als een literair wonderkind en dat hij heden-ten-dage hot is.
Kennelijk had ik al  die tijd onder een steen gelegen, zoals men dat in het moderne spraakgebruik wel noemt. Of tòch te weinig naar DWDD gekeken.

Ik besloot mijn vooroordelen tegen de moderne literatuur weer eens te laten bevestigen; ik las het interview.
Hoe Louis het schrijverschap ziet verklaart ook meteen zijn boude uitspraak hierboven. Hij is betrokken bij politiek en maatschappij, neemt daarbij een positie in en probeert zijn kijk op het gebeuren te verwerken in zijn romans. Op zich een respectabel streven.
Wat hem in mijn ogen ook al weer wat sympathieker maakt is het gegeven dat hij zelf heeft zorggedragen voor zijn culturele ontwikkeling. Louis komt voort uit de post-industriële onderklasse van Noord-Frankrijk. Dat hij is geworden wie hij is, heeft ie volledig aan eigen kracht te danken. Dan heb je bij iemand als ik, met mijn semi-arbeideristische achtergrond, al meteen een streepje voor.
Aan het eind van het interview zegt de schrijver dat de meeste literatuur maar een klein publiek aanspreekt. "De blanke bourgeoisie met haar kleine probleempjes", zoals hij het zelf uitdrukt.
Het wordt echter nog beter als Louis over het fenomeen van de ontlezing begint. Kennelijk is dat ook in Frankrijk een gegeven. Citaat:

In Frankrijk -en ongetwijfeld ook in Nederland- maken veel mensen zich zorgen om de ontlezing. Daarbij wordt altijd naar het publiek gekeken. Misschien moeten we ons afvragen of het probleem niet bij de lezers ligt, maar bij de schrijvers. We hebben literatuur nodig die de confrontatie met de wereld aan durft te gaan. Als je niet schrijft om de wereld te veranderen, kun je beter helemaal niet schrijven.

Die laatste zin grijpt nog steeds een beetje te hoog, denk ik. Maar wat eraan vooraf gaat, slaat wat mij betreft de spijker op de kop.
Zelf zou ik daar nog aan toe willen voegen dat een romanschrijver daarnaast een goed verhaal moet vertellen. Een verhaal dat zich ontwikkelt en dat een plot heeft. Iets waarvan je wilt weten hoe het afloopt.
Dat zijn misschien in de ogen van de echte intellectuelen onder u randvoorwaarden die teveel de geur van amusement met zich mee dragen en literatuur verlagen tot plat vermaak. Maar waarom zou het één niet met het ander kunnen samengaan? Stof voor een discussie over de vraag of stijl in de literatuur belangrijker is dan inhoud, misschien. Dat laten we maar even rusten.

Desondanks betwijfel ik of ik ooit een roman van Edouard Louis ga lezen. Want of het zo zijn moet behoort de schrijver ook weer tot een minderheid: hij is homoseksueel. Een groot deel van het interview gaat daar ook over. En ondanks mijn linkse overtuiging begin ik de laatste jaren toch wat weerstand te voelen tegen het gescherm met een identiteit die afwijkt van het gemiddelde.

Het wachten is wat mij betreft op de debuutroman van een hetero-seksuele voormalige VMBO-er. Eén van de vele VMBO-ers in Nederland. Een roman die DWDD verstelt doet staan van zijn fel-realistische inhoud en een blik biedt op het leven van de vele honderdduizenden die in deze neo-liberale markteconomie tussen de wal en het schip dreigen te vallen.
Dat zou een roman kunnen zijn die de ontlezing ècht tegengaat.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten