woensdag 22 mei 2024

Wereldbeeld





I












In februari van dit jaar overleed Dries van Agt.
Voor veel millennials betekende zijn naam op dat moment weinig tot niets, waarschijnlijk, maar in mijn wat jongere jaren was Van Agt wèl iemand, en dat in aanzienlijke mate. 
Hoewel ik toen, wat betreft gedachtengoed, veel minder links was dan tegenwoordig, had ik destijds een hekel aan de man. Voor mij was ie een oerconservatief, die niets van de moderne tijd begreep en ze bovendien (zoals we dat in die tijd noemden) 'behoorlijk achter de ellebogen had'.

Met de kennis van nu denk ik daar inmiddels toch wat anders over.
Uit de vele woorden die na zijn overlijden in de media aan Van Agt werden gewijd, komt een beeld naar voren dat onwillekeurig leidde tot een ruimere blik op wat men 'het wereldbeeld' van een mens zou kunnen noemen. 

Eén van de wapenfeiten van Van Agt was de slinkse manier waarop hij Joop den Uyl in 1977 zijn tweede kabinet onthield. In de vier jaar daarvoor was Van Agt minister van Justitie en vicepremier geweest in het eerste kabinet Den Uyl. 
Dat kabinet zat nèt niet de volle vier jaar uit, maar maakte in die periode wel een reeks moeilijke momenten door. De verkiezingen die daarop volgden werden met ruime cijfers door de PvdA gewonnen. Den Uyl zat op dat moment op het toppunt van zijn populariteit en links was nog ècht links, in die zin dat sociale rechtvaardigheid bij de PvdA op nummer één stond. 
De kiezer was dik tevreden met wat het eerste kabinet Den Uyl voor elkaar had gekregen, hoewel Dries van Agt in dat kabinet geen glansrol had gespeeld, om het eufemistisch uit te drukken.
Het linkse deel van het kabinet leek vooral bezig met de eerder genoemde sociale rechtvaardigheid; Van Agt leek een obsessie te hebben met normen en waarden.. Op zich niet vreemd. In de jaren '70 van de vorige eeuw verschoven normen en waarden snel en Van Agt moet zich vaak een roepende in de woestijn hebben gevoeld.
Van Agt was katholiek tot in zijn haarvaten en dat niet alleen; hij kwam uit de katholieke elite. Zijn vader was textielfabrikant. Hij was, om het klassenbewust uit te drukken, met een gouden lepel in zijn mond geboren. Een gezegde dat tegenwoordig niet veel meer wordt gebruikt, maar nog steeds op veel rijkeluiskinderen van toepassing is. 
Het heeft Van Agt in zijn jeugd, in ieder geval in materiële zin, aan niks ontbroken. Met minder goed bedeelden heeft hij hoogstwaarschijnlijk in zijn vormende jaren weinig te maken gehad.
Vanuit dat perspectief vond Van Agt de nadruk die het kabinet Den Uyl legde op de positie van de Nederlandse arbeidersklasse, die toen nog echt bestond, niet de hoogste prioriteit. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig waren ook jaren waarin een nieuw Sodom en Gomorra zich leek aan te dienen. Daar maakte Van Agt zich veel meer zorgen over.

Dit stukje heeft 'Wereldbeeld' als titel. Een woord dat de huidige millennial misschien eveneens maar moeilijk in iets tastbaars kan vertalen. 
Bubble is een woord dat je tegenwoordig veel vaker hoort. Hoewel het een Engels woord is, hoef je aan moderne mensen die een krant lezen meestal niet uit te leggen wat een bubble is. 
Hoewel het niet exact hetzelfde dekt als 'wereldbeeld', zijn er duidelijke overlappen. 
Bij een wereldbeeld hoort, zou je kunnen zeggen, de aanname dat dit is gevormd door een combinatie van verworven kennis van geschiedenis en maatschappij en de eigen interpretatie daarvan. Je neemt van alles tot je en in combinatie met je eigen normen en waarden vormt zich je wereldbeeld.
Van een bubble wordt aangenomen dat deze wordt gevormd door je directe omgeving en de meningen die daar worden gehuldigd. Je familie, je vrienden en de andere mensen die je kent, vinden iets van de maatschappij en de wereld. De stemmen die daarin de meerderheid vormen, vormen ook jouw mening over van alles en nog wat.
De vergelijking maakt ook duidelijk wat het manco is van een bubble; je vormt jezelf geen onafhankelijke mening. Het wereldbeeld dat eruit voortkomt is niet dat van jezelf, maar dat van je omgeving. Daarom wordt een bubble een bubble genoemd; het is je eigen vissenkom, zeg maar.

We kunnen constateren dat het wereldbeeld van Van Agt in de jaren '70 eigenlijk vooral was gevormd door de bubble waar hij uit kwam.
Toch is Van Agts wereldbeeld op een zeker moment aan het schuiven gegaan. 
Vrijwel de volledige tweede kamer en ook de publieke opinie stond in de jaren '70 als één man achter Israel. In Nederlandse ogen was het land de David die Goliath wist te weerstaan, maar desondanks permanent in zijn voortbestaan werd bedreigd. Ook Van Agt was destijds die mening toegedaan.
Over het lot van de Palestijnen, voor wie de staat Israel iets was waar ze niet om hadden gevraagd en dat zonder hen iets te vragen in het leven was geroepen, maakten nog maar weinig mensen zich zorgen.
Ook dat gegeven is in de loop de jaren gaan schuiven. 

Nadat hij de politiek achter zich had gelaten, maakte Van Agt in 1999 een reis naar het 'Heilige Land'. 
Hij zag daar met eigen ogen hoe er door Israel met de Palestijnen werd omgegaan en "hoeveel onheiligs er gebeurde in het Heilige Land".
Van Agt ontwikkelde zich tot een voorvechter van de Palestijnse belangen. 
Dat ging zo ver, dat hij uiteindelijk vervreemdde van het CDA. In 2017 maakte hij openbaar dat hij niet op die partij zou stemmen bij de verkiezing voor de Tweede Kamer van dat jaar. Omdat het CDA de voortgaande Israëlische kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever niet wilde veroordelen, zei hij in 2021 zijn lidmaatschap van de partij op. Dat ging niet van harte; "ik zeg u vaarwel in treurnis", aldus Van Agt. Maar hij kon "de onbarmhartigheid van het CDA jegens het Palestijnse volk niet langer verdragen".

Zelf heb ik ook een verschuiving van inzichten doorgemaakt, hoewel dat zich veel eerder in mijn leven voltrok dan bij Van Agt.
Tot in de eerste helft van de jaren '70 was ik er nog van overtuigd dat de Amerikanen in Vietnam terecht streden tegen het communisme, dat in die tijd als de grote bedreiger van de westerse democratie werd gezien. Hoewel ik uit een milieu kwam waar het geld niet bepaald tegen de plinten op klotste, had ik van begrippen als klassenstrijd en sociale rechtvaardigheid nog geen kaas gegeten..
Waarschijnlijk kwam dat voornamelijk  door de bubble waarin ik toen verkeerde. Mijn vader was weliswaar lid van een vakbond (het CNV) maar stemde consequent op de ARP. Een partij met veel meer gevoel voor sociale rechtvaardigheid dan het het latere CDA, waarin de partij uiteindelijk op ging, maar toch vooral een Christelijke partij, die elke drang tot ingrijpende veranderingen vreemd was; de afkorting stond voor Anti Revolutionaire Partij. Mijn vader had bovendien de oorlog meegemaakt en de Amerikanen konden in zijn ogen geen kwaad doen.
Zelf had ik een regelrechte hekel aan de toen vaak modieuze linkse praatjes, waarmee ik destijds in mijn stamcafé een buitenbeentje was.

In latere jaren is dat wereldbeeld langzaam veranderd in een tamelijk linkse visie op de wereld en de maatschappij.
Ondanks het feit dat er bij mij thuis nooit ècht gebrek werd geleden, realiseerde ik mezelf dat ik ook niet bepaald met een gouden lepel in mijn mond was geboren. Integendeel. Pas toen ik tien jaar oud was ging ik voor eerst een weekje op vakantie. Een auto heeft mijn vader nooit gehad en zelf kwam ik (hoewel dat grotendeels een eigen keuze was) uit eindelijk na LTS, MTS en de avond-HTS op HBO-niveau. Tegen de tijd dat ik veertig was had ik ook het inkomen dat daar zo ongeveer bij hoorde. 
Vanaf het moment dat ik bij de TU-Delft werkte, kreeg ik steeds meer inzicht in de klassen waarin onze maatschappij nog steeds verdeeld is. Ook internationaal. Ik begon te begrijpen waarom Che Guevara de held van revolutionair Zuid Amerika werd en waarom de Chinezen in meerderheid voor Mao Zedong kozen en niet voor Chiang Kai-sjek.

Maar ik zag ook hoe links zich soms verloor in richtingenstrijd en stijfheid in de leer.
Mijn belangstelling voor de tweede wereldoorlog zorgde ervoor dat ik de aard en de drijfveren van het fascisme leerde kennen, maar ook hoe de excessen van fascisme en communisme niet voor elkaar onderdeden. Hitler, Stalin en Mao waren allen gesels der mensheid, hoewel de Endlösung van Hitler en consorten in omvang en gruwelijkheid tot op heden door niets is overtroffen.
Meer recent toonden vier kabinetten Rutte aan hoe je als bewindsman namens de VVD in een bubble kunt zitten die je, al dan niet onbewust, het zicht ontneemt op het feit dat er in je "toffe landje" een toeslagenaffaire gaande is.

Ik ben er zonder meer van overtuigd dat een partij als de VVD niet uit in-en-in slechte mensen bestaat. Maar de gemiddelde VVD-er en ook de VVD-stemmer heeft het goed en komt niks te kort. Waarbij ik me nog enigszins eufemistisch uitdruk, waarschijnlijk.
Toch lijkt het erop dat veel VVD-ers geen zelf ontwikkeld wereldbeeld hebben. Ze zitten vooral in de bubble die door hun eigen sociale klasse wordt gevormd. Dat een aanzienlijk deel van de Nederlanders het wat minder hebben, ontgaat hen volledig, of, als het wèl wordt opgemerkt, gooit men er het in die kringen populaire gezegde "succes is een keuze" tegenaan.

Wereldbeeld en bubble
Twee dingen die wel iets met elkaar te maken hebben, maar waar het één hopelijk is gevormd is door het eigen streven naar kennis en inzicht, is het andere toch vooral het meedrijven op de meningen van je directe omgeving. 
Wat daar nog bijkomt: wie zich zèlf een wereldbeeld tracht te vormen, en daarbij zijn kennis en inzichten voornamelijk zoekt op internet, zal merken dat, zodra de algoritmes doorkrijgen dat je voor wat betreft je interesse overhelt naar de een of andere richting, je vooral steeds meer links naar die visie gepresenteerd krijgt. Internet schept, als je niet uitkijkt, je eigen hoogstpersoonlijke bubble, waar jouw mening consequent wordt bevestigd als de juiste.

En dat, terwijl de futuroloog Alwin Toffler in de jaren '80 nog dacht dat internet tot een enorme democratisering van de maatschappij zou leiden. Het zou alle informatie voor elke burger ontsluiten. Niets zou meer verborgen blijven; er zou een open samenleving ontstaan zoals we die tot dat moment nog niet kenden.
Dat idee mogen we ondertussen wel als achterhaald beschouwen. Internet draait inmiddels vooral om grootschalig informatie verzamelen en daarmee macht verwerven, gecombineerd met zakkenvullen. Ook als bron van informatie is het niet betrouwbaar, speciaal als het om maatschappelijke kwesties gaat.

Eigenlijk blijft een wereldbeeld dat is gevormd door het lezen van kranten en boeken aangevuld met selectief gebruik van internet nog het meest objectieve wereldbeeld. 
Voor zover dit laatste bestaat, want het wordt in laatste instantie altijd bepaald door de morele waarden van de persoon in kwestie. 
Tussen goed en kwaad zit een grijs gebied, maar waar het individu zijn streep trekt, blijft een persoonlijke zaak. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten