vrijdag 8 november 2019

Joni Mitchell en Amelia

Dat ik ooit het één en ander over Joni Mitchell zou schrijven hing wat mij betreft al jaren in de lucht. Toen ik een paar dagen geleden haar album Hejira weer eens opzette, werd ik zo getroffen door de schoonheid van één van de songs, dat de inspiratie daarvoor ineens begon te borrelen.

Wat in mijn geval voor wel meer artiesten die in de jaren zeventig hun grootste successen vierden geldig is, is ook op Joni Mitchell van toepassing: ik werd me pas in het CD-tijdperk bewust van Mitchell's grote kwaliteiten. In de tijd dat haar beste albums verschenen, bleef mijn kennis van haar repertoire beperkt tot de singles die doordrongen in de hitlijsten. In Nederland was het aantal daarvan wel heel beperkt, trouwens: alleen Big Yellow Taxi stond in 1970 twaalf weken lang in de Top-40. Dat Both sides now en Woodstock door haar waren geschreven, wist ik toen ook al. Die nummers kwamen ook in de Nederlandse top-40; Both sides now in de versie van Euson, een reeds lang vergeten zanger van Antilliaanse afkomst; Woodstock belandde in de top-40 nadat Matthews Southern Comfort het in 1970 opnam.
Maar verder dan deze songs reikte mijn kennis van de muziek van Joni Mitchell in de jaren '70 en '80 niet,
 
Net als Sandy Denny was Joni Mitchell één van de eerste vrouwelijke singer-songwriters. Ze schreven hun eerste belangrijke songs ongeveer gelijktijdig, omstreeks 1967.  Vervolgens liepen hun carrières tot in de jaren zeventig min of meer parallel. Een andere zangeres uit die periode, die kennelijk een neus had voor goede songs, was Judy Collins. Ze nam zowel Who knows where the time goes van Denny als Both sides now van Mitchell op vóór dat de schrijvers van die songs dat zelf konden doen.
Als persoonlijkheden, maar ook als tekstschrijvers, verschilden Denny en Mitchell echter als dag en nacht. Waar Denny in haar teksten de werkelijkheid vaak verborg achter soms moeilijk te interpreteren metaforen, was Mitchell vanaf haar eerste song glashelder over haar gevoelens. Haar songteksten noemen man en paard. Er was ook een groot verschil in de manier waarop Denny en Mitchell naar zichzelf konden kijken. Omstreeks de tijd dat het album Blue uitkwam, dat doorgaat voor haar beste plaat, zei Mitchell in een interview:

"I came to another turning point—that terrible opportunity that people are given in their lives. The day that they discover to the tips of their toes that they’re assholes (solemn moment, then a gale of laughter). And you have to work on from there. And decide what your values are. Which parts of you are no longer really necessary. They belong to childhood’s end." 

Ondanks deze bekentenis schijnt Mitchell nooit veel last te hebben gehad van valse bescheidenheid. David Crosby (zelf ook een niet onomstreden persoonlijkheid) noemde haar ooit "modest as Mussolini".
Wat ook een feit lijkt, is dat Mitchell, in tegenstelling tot Denny, van meet af aan goed heeft geweten wat ze wilde en ook steeds doelbewust zelf de richting koos die ze met haar muziek wilde inslaan. Denny, daarentegen, liet zich door haar eigen onzekerheid en faalangst, vaak door anderen op allerlei sporen zetten, met alle gevolgen van dien.

Het compromisloos kiezen voor de zelfgekozen richting werkte, voor wat betreft commercieel succes, ook voor Mitchell niet altijd in haar voordeel. Het deel van haar fans dat vooral gecharmeerd was van haar muziek zoals die klonk in de jaren zestig en begin jaren zeventig, haakte in de loop van de latere jaren zeventig vaak af. Van een folk-achtig geluid verschoof de klankkleur, via geciviliseerde pop, naar een toon waarin steeds meer jazz doorklonk. Maar haar fanbase was breed genoeg om een harde kern van liefhebbers vast te houden.
Hoewel ik mijn keus maakte lang nadat Mitchell dat deel van haar oeuvre uitbracht, heb ik zelf ook een voorkeur voor de albums uit de latere jaren zeventig. Waar veel hardcore fans het album Blue uit 1971 beschouwen als haar artistieke hoogtepunt, zie ik in The hissing of summer lawns (1975) en Hejira (1976) haar beste platen.

Zoals ik in deze blog de parallel trek tussen Sandy Denny en Joni Mitchell, zo verkent Mitchell op Hejira, in de song Amelia, de overeenkomsten tussen haar en de vrouwelijke  aviator van die naam.
Amelia Earhardt was één van de iconen van de Amerikaanse luchtvaart in de jaren '30 van de vorige eeuw. Ze stak in 1932 solo als eerste vrouw met een vliegtuig de Atlantische Oceaan over. In juli 1937 startte ze vanaf Nieuw Guinea voor een vlucht naar het eiland Howland, dat midden in de Stille Oceaan ligt. De vlucht maakte deel uit van een reis om de wereld.
Ze kwam nooit aan. Tot de dag van vandaag is niet duidelijk wat er mis ging. Zoals bij alles waarvan de toedracht nooit helemaal bekend is geworden, spelen rond haar verdwijning allerlei complot-theorieën. In januari 1939 werd ze officieel doodverklaard. 

De song Amelia is van een bijna spookachtige schoonheid. Op een gedragen begeleiding van zwevende accoorden vertelt Mitchell hoe ze, rijdend door de woestijn, een wonderlijke figuur in de lucht ziet, getekend door de condensstrepen van zes straalvliegtuigen. De vliegtuigen, de eenzame locatie en haar eigen gemoedsstemming leggen de link met Amelia; ook een vrouw die haar eigen weg ging. Voor mijzelf is de link met de luchtvaart ook een bijzondere. Ik ben altijd dol geweest op vliegtuigen en het idee van vliegen. Dan gaat een stukje songtekst als:

The drone of flying engines is a song so wild and blue
It scrambles time and seasons if it gets thru to you
Then your life becomes a travelogue
Of picture post card charms
Amelia it was just a false alarm


erin als je reinste poëzie.

Vliegen maakt volgens Mitchell van je leven a travelogue of picture-post-card-charms.
Je moet het echter wèl zelf ervaren en niet afgaan op de verhalen van anderen:

People will tell you were they've gone
They tell you were to go
But 'till you get there yourself you never really know
Where some have found their paradise 
Others just come to harm
Amelia, it was just a false alarm

Het heeft z'n risico's, je eigen weg volgen.

A ghost of aviation
She was swallowed by the sky
Or by the sea like me she had a dream to fly
Like Icarus ascending
On beautiful foolish arms
Amelia it was just a false alarm

Maybe I've never really loved
I guess that is the truth
I've spent my whole life in clouds at icy altitudes
And looking down on everything
I crashed into his arms
Amelia it was just a false alarm


Volledig je eigen weg gaan, je vermogen tot liefhebben verwaarlozen, en dan uiteindelijk toch de liefde vinden en weer verliezen. Want dat laatste is, naast de metafoor van onafhankelijkheid die Amelia Earhart voor Joni Mitchell is, het andere thema van dit lied. Omdat haar geliefde haar niet meer wil zien, is Mitchell aan haar eenzame roadtrip begonnen, zoveel wordt duidelijk uit een van de coupletten die ik hier weglaat.

Ook Sandy Denny had het moeilijk met de liefde. Niet omdat ze zich onafhankelijk opstelde. Meer door het tegendeel daarvan. En in tegenstelling tot Mitchell was ze niet sterk genoeg om zich daaraan te ontworstelen en haar eigen weg te gaan.
"De liefde zoekt zichzelf niet", zegt 1 Korinthiërs 13. Ik interpreteer die wijsheid wat anders dan veel christenen; voor mij betekent het dat liefde geen obsessie moet worden die verstikkend werkt. Mitchell heeft dat ook beseft, maar  zij constateert ook dat als God boven de wateren zweven kan betekenen dat je de liefde mist als die voorbij komt.

En dat zijn dan alleen nog maar de gedachten die bij me opkomen door Mitchell's tekst.

Praten over de kwaliteit van muziek is veel minder makkelijk.
Luistert u zelf. De stem is al wat getekend door het leven (en door roken, vermoedelijk), maar deze live -versie is juist daardoor nog wat doorleefder dan studio-versie.

Joni Mitchell zal voor de wereld tot in lengte van jaren het fenomeen blijven dat ze was en nog steeds is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten