maandag 13 mei 2013

Terug uit het land van de koekoeksklokken


Er is, voor zover ik kan zien, onder de lezers van dit blog nog geen ongerustheid  over mijn welzijn uitgebroken, noch zijn er vragen gesteld over een eventuele writersblock.
Desondanks, om uw geduld en mogelijke bezorgdheid niet nodeloos op de proef te stellen, toch maar even een kort stukje over mijn wedervaren in de afgelopen zes weken.

Misschien was er wel een klein beetje sprake van writersblock.
Sommige stukjes laten zich in een kwartier schrijven en vertellen na die tijdsbesteding ook precies wat ik wil zeggen. Bij andere epistels heb ik de inhoud misschien wel duidelijk voor ogen, maar het onder woorden brengen leidt tot zoveel geworstel, dat ik de ontstane woordenbrij na één of twee uur maar even tussentijds opsla, in de hoop er later nog wat leesbaars van te brouwen.
Op zich niet erg, maar als vervolgens de rust ontbreekt om er nog eens een uurtje of twee voor te gaan zitten, dan kunnen er zomaar een paar weken verlopen voor er weer wat kan worden geplaatst.
De afgelopen weken ontbrak die rust en was de inspiratie niet sterk genoeg; laat ik het daar maar op houden.
De boot moest het water in. De computer van L. crashte en in het gebruiksklaar maken van de vervanger ging nogal wat tijd zitten. Als klap op de vuurpijl vertrokken L. en ik twee weken geleden naar Zwitserland.

L. heeft er gitaar gespeeld en samen hebben we stevig gewandeld en ook flink geslapen. Dat laatste lukt namelijk uitstekend na een flinke bergwandeling.
In een dorp op 1300 meter boven zeeniveau, met 300 inwoners en in de wijde omtrek een toeristenindustrie die zelf ook van zijn betriebsferiën geniet, is er geen enkele gelegenheid tot publiekelijk après dit-of-dat. We hebben dus ook weer het één en ander gelezen.

Gisteren zijn we, geheel en al opgeladen, zoals dat heet, en voor het gevoel voorzien van mèèr inspiratie dan daarvoor, weer teruggekomen in dit lichtelijk hysterische land.
Die zweem van hysterie bekruipt je gemoed al vanuit de ooghoeken als je nog ruim driehonderd kilometer van onze landsgrens verwijderd bent. Al voor je, via Luxemburg, België binnenrijdt wordt je, terwijl je zelf tegen de 120 km/u rijdt (dat is stevig doorrijden, voor mijn doen), ingehaald door zwermen vette Nederlandse stationcars, busjes en P.C. Hoofd-tractoren, die naar schatting allemaal rond de 150 rijden. De achterruit zit dicht met allerhande bagage, de jeugdige leden van het gezin loeren op de achterbank ieder naar hun eigen lcd-schermpje en op dak bevindt zich nog zo'n gestroomlijnde hutkoffer. Volgens L. neemt men daarin oma mee.
Als de verpleeghuizen te duur worden om oma er permanent in op te bergen, houdt dat ook nog wel een keer op een grapje te zijn.
Welgesteld en wakker Nederland heeft z'n buitenlandse mei-vakantie weer achter de rug.
L. en ik, hoewel iets minder welgesteld, ook.

Al eerder heb ik ergens geschreven dat ik helemaal niet zo reislustig ben.
Dat mag misschien mede blijken uit het gegeven dat ik tot twee weken geleden nooit in Zwitserland was geweest.
Dat was niet echt uit principe, hoewel de Zwitsers in de ogen van links-georiënteerde principienreiter zoals ik een tamelijk miezerig volkje zijn. Wie bijvoorbeeld het 'Dienstbüchlein' van de Zwitserse schrijver Max Frisch heeft gelezen, weet dat de Zwitsers tijdens de 2e wereldoorlog tegenover Nazi-Duitsland een tamelijk kruiperige houding hebben aangenomen. Joodse asielzoekers werden aan de grens zonder mankeren teruggestuurd. Ook nu nog is men niet altijd even hartelijk tegenover buitenlanders. Behalve als het toeristen met een goed gevulde portemonnee zijn, natuurlijk.
Om eerlijk te zijn reed ik voorheen vooral om Zwitserland heen vanwege de reputatie dat het een duur vakantieland is. Ook mij is niets menselijks vreemd.

Door een gelukkig toeval waren we er echter in het Zwitserse off-season. Vrijwel alle restaurants en veel hotels zijn van half april tot begin juni gesloten. Alle stoeltjesliften en gondelbanen zijn in dezelfde periode buiten bedrijf. Je moet voor een beetje leuke wandeling 'op hoogte' dus geen bezwaar hebben tegen 700 of meer meters klimmen te voet. Wat overigens prima sport is.
De hotels die wèl open zijn doen aanbiedingen tegen gereduceerde prijzen en ook een appartementje is in deze periode tegen een prettig prijsje te huren.
Een karretje boodschappen halen blijft echter een stuk kostbaarder dan in Nederland.

Dat gezegd hebbende, heb ik voor Zwitserland en de Zwitsers verder niets dan lof. Ook in Oostenrijk en Frankrijk zijn hoge bergen, maar Der Schweiz is ongetwijfeld het alpenland der alpenlanden.
De Zwitsers kunnen om zichzelf lachen, zoals bleek uit de verhalen van een Zwitserse stand-up comedian, die we op de televisie zagen. In de dorpen ademt alles rust. Hoewel dat ook de stilte voor de storm (het zomerseizoen) kan zijn.
We zagen reeën, gemzen, Mürmeltiere (alpenmarmotten; als ze alarm slaan lijkt het wel alsof ze op een scheidsrechtersfluit blazen), sneeuwvinken, steenarenden en nog veel meer. We hoorden tientallen koekoekken. Het geluid is overal. Daarmee is de oorsprong van de koekoeksklok ook meteen verklaard.
Het bleek dat men in Wallis hele behoorlijke wijn produceert.
De foto's hierboven tonen het panorama vanuit ons onderkomen. Als je gewoon op het balkon gaat zitten hoef ik eigenlijk al nergens meer heen (als het regent en mistig is ook niet; lekker met een boekje op de bank).

Ik hoop over het Zwitserse landschap en de natuur in de komende periode nog wat uitgebreider te schrijven. 
Wat boeken betreft las ik onder andere 'Ruim water' van A.L. Snijders. Daar kom ik ook nog op terug.

Tot Later!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten